Windturbines - Provincie zoekt plaatsen voor windturbines
Voor de groot- en middenschalige windturbines is het aangewezen dat de Vlaamse overheid het kader bepaalt, de visies van de verschillende provincies op elkaar afstemt, de provincies ondersteunt bij het opstellen van hun visie, de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen goedkeurt en de stedenbouwkundige vergunningen voor turbines van openbaar nut goedkeurt.
Voor grote of middelgrote turbines is het belangrijk te zoeken naar mogelijkheden om windturbines in aantallen tegelijk (clusters) te plaatsen: hier en daar één windturbine is minder effectief.
De provincie zal het plaatsen van windturbines negatief adviseren wanneer men ze wil plaatsen in de directe omgeving van woonhuizen en woonwijken; in en rond gebieden die vallen onder de Vogelrichtlijn, de Habitatrichtlijn, het verdrag van RAMSAR, in de VEN-gebieden en de erkende natuurreservaten; in en rond de bosgordel Maldegem- Stekene, het kreken-en poldergebied, de valleigebieden van de Schelde, Leie, Durme en Dender, de depressie van de Moervaart en het kanaal van Stekene, de beekvalleien van Zuid-Oost-Vlaanderen en op de beboste toppen van de Vlaamse Ardennen en tenslotte ook in en rond beschermde landschappen en in bestaande en mogelijke stiltegebieden.
In de zoektocht naar goede zones om windturbines te plaatsen, houdt de provincie zich het best bezig met het bepalen van zoekzones waar deze turbines kunnen komen, het opmaken van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, de coördinatie van de gemeentelijke initiatieven en het verlenen van de milieuvergunning klasse 1.
En wat doen de gemeenten hierbij? Zij maken - in overleg met de provincie - de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen op, verlenen de stedenbouwkundige vergunningen voor private turbines en verlenen de milieuvergunningen klasse 2 en klasse 3. De gemeenten werken een gemeentelijk beleid ter zake uit, maken gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen op en verlenen stedenbouwkundige vergunningen.
In Oost-Vlaanderen staan nu op negen plaatsen (Eeklo (3), Gent (4), Kallo en Kruibeke) windturbines. Samen hebben die een vermogen van 48,6 MW, goed voor de stroom van 25.000 huishoudens. De turbine van Kallo is dus van een bedrijf; de andere zijn van de elektriciteitsmaatschappijen. Dit jaar komen er twee windturbineprojecten bij, in Melle en Melsele.
Belangrijk is ook te weten wat er eigenlijk aan groene stroom nodig is. Er wonen in Oost-Vlaanderen een kleine 580.000 huishoudens. Er zijn verschillende internationale afspraken en nationale beleidsvoornemens om in de toekomst bepaalde percentages van de energievoorziening uit hernieuwbare bronnen te halen.
In Vlaanderen wordt gestreefd naar 6 % energie uit hernieuwbare energiebronnen tegen 2010. Als dat omgezet wordt naar de Oost-Vlaamse huishoudens die hun energiebehoefte uit wind zouden halen, dan komen we op 34.800 huishoudens En daar zouden 24 windturbines van 2 MW voor nodig zijn. Maar op te merken is wel, dat de energiebehoefte van de bedrijven niet is meegerekend. Het is zo wel een belangrijke vaststelling dat Oost- en West-Vlaanderen, en dus ook de Wase regio, door een groter windaanbod ook een omvangrijkere taak te vervullen hebben op dat vlak in Vlaanderen.
De provincie wil zich niet vastpinnen op een bepaald aantal te plaatsen turbines. Er wordt voluit gegaan voor de maximale invulling van alle geschikte locaties. Op korte termijn (2011) verwachten ze een verdrievoudiging van het huidige aantal turbines.
Op drie plaatsen heeft de Vlaamse overheid ruimtelijke plannen opgemaakt waarin windturbines passen. Twee van de drie plannen zijn al definitief: Zone Kruibeke (E17) en Gent (zeehaven/R4) maar Eeklo (N49-E34) is nog niet definitief.
De provincie heeft de mogelijkheid van windturbines voorzien in de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen in Zottegem, Ronse, Eeklo, langs de E17 van Lochristi tot Lokeren, langs het kanaal Gent-Brugge bij Schipdonk en in de gemeenten Hamme en Wetteren. Ook in enkele gemeentelijke plannen houdt men rekening met windturbines.
Wat de kleine turbines betreft zullen de projecten van burgers, gemeenten, bedrijven of projectontwikkelaars worden ondersteund. In het provinciaal domein Puyenbroeck wil men een demopark van kleine windturbines inrichten. Het testpark op Puyenbroeck is vooral een demonstratie van microturbines. Deze zouden ook door de gewone burger kunnen geplaatst worden.
Chris Derde daarover: "Dit zijn eigenlijk nog zo goed als alle prototype en nog niet geschikt voor grootschalige toepassing. In Zeeuws-Vlaanderen (Schoondijke) loopt al een jaar een vergelijkend testpark en de resultaten zijn niet zo goed." (Rolf Duchamps)