Terug in de tijd: Zo was Kallo in 1975 - Politie en veiligheid
Er waren 3 branden. Die vonden plaats in mei bij Frans Picavet in de Hoog Kallostraat 7, in augustus in de koeienstal van Gebroeders De Bock in de Sint-Michielstraat 9 en in december was er een brand in de barakken en opslagplaatsen voor de werf van de firma AIP van Luik.
Wat de brandweer betreft kostte de beveiliging 225.500 fr. in 1975. Kallo was volgens een wet uit 1963, die een indeling van de brandweergroepen regelde, ingedeeld bij de gewestelijke groep Sint-Niklaas. Voorheen was Kallo voor de brandbestrijding contractueel verbonden met het gewest Beveren.
Hoge cijfers werden genoteerd rond diefstallen in het Kallo van 1975 want er waren er toen 38 wat 3 minder was dan in 1974. Wat in die tijd ook gebeurde was de controle op de jagers. Het gebeurde in 1975 slechts 1 keer en in 1974 zelfs geen enkele keer omdat er wegens mond -en klauwzeer bij het vee, toch niet mocht gejaagd worden. Dat mond – en klauwzeer was een zeer besmettelijke virusziekte bij rundvee en varkens, schapen, herten en geiten. In Kallo waren er in het landbouwgebied heel wat boeren met veel vee. Voor mensen was er geen gevaar.
In de politiereglementen van 35 jaar geleden werd een snelheidsbeperking en éénrichtingsverkeer ingevoerd in de Melkaderwijk en in de wijk ‘Heyrman’. Er was ook een reglement op het uitvliegen van de duiven en het loslopen van dieren op de openbare weg.
Op 28 maart 1975 om 15u werden voor het eerst verkeerslichten in werking gesteld op het kruispunt Melseledijk- Kerkstraat (nu St.-Pietersstraat) - Gemeenteplein.
In 1975 moesten de jonge mannen nog soldaat worden. Normaal bestond de lichting 1975 uit 41 miliciens maar in de loop van 1974 dienden 24 jongens een aanvraag in voor uitstel en 2 deden een aanvraag voor vrijstelling op morele grond. Zo bleven er uit die lichting nog 15 over.
huisvuil
De ophaling van het huisvuil gebeurde toen voor 596 woningen door Amedé Kegels uit Verrebroek die thans nog altijd gemeenteraadslid is in Groot-Beveren. Kegels kreeg voor de ophaling 200 fr. per woning en per jaar en dat was al volgens een aanbesteding uit 1970 (daarvoor werd 80 fr. betaald). Maar in 1975 kwam er in november een aanpassing voor het ophalen van het huisvuil en Amedé Kegels kreeg nu 300 fr. per woning met ingang van 1 januari 1976 en dat voor 5 jaar.
De dienst voor het ophalen kostte in 1975: 148.916 fr. Ze reden met het huisvuil, waar alles bij mocht gelegd worden, naar de startplaats in Kemzeke en dat kostte 41.040 fr. Dat was daar een stortplaats van de Intercommunale Vereniging van het Land van Waas en het kostte 30 fr/m³. Kallo had vroeger ook zelf nog een stortplaats aan de Singel maar omwille van de industrialisering van de Linkeroever werd ze door DOLSO (Dienst Linkeroever) ontzegd. Toen mocht Kallo met het huisvuil wel naar buurgemeente Doel die een stortplaats had aan de Oostlangeweg. Het was maar een tijdelijke oplossing en zo kwam Kallo daarna in Kemzeke terecht.
De gemeente kreeg voor het huisvuil via de belastingen op het ophalen, 115.900 fr. in kas. In 1975 werd tweemaal grof vuil opgehaald.
Een activiteit rond 'vleeskeuring' was er niet in Kallo omdat in Beveren een openbaar slachthuis was (aan de Gravendreef). Het vilbeluik kwam 21 dierenkrengen ophalen op verzoek van het gemeentebestuur. Natuurlijk waren er ook veehouders die zelf het vilbeluik er bij haalden. In 1975 gaven 13 Kallonaren aangifte dat ze een huisslachting van varkens deden. (Rolf Duchamps - wordt vervolgd)