Leven van zeventig verenigingen in boek 'Nooit Thuis'

Image
Schepen Beck kreeg het eerste exemplaar uit handen van redacteur Roger Puynen.
BEVEREN. In het kasteel Cortewalle werd een boek voorgesteld dat we zeker weer kunnen rangschikken in de rij van 'boek dat elke Groot-Beverenaar in huis moet hebben'. 'Nooit Thuis', zo heet het boek, stelt 70 Beverse verenigingen voor in woord en beeld.  Een onuitgegeven verzameling die tot stand kwam binnen de redactie van de krant 'De Beverse Klok'. Onmiddellijk zeggen dat het geen boekje is maar een heus dik boek van wel 400 bladzijden en waarin om de artikels wat te illustreren, er ook een 500 foto’s staan. Het boek is een duidelijk bewijs dat het verenigingsleven in Beveren een cruciale rol heeft gespeeld in de voorbij tientallen jaren en nog altijd speelt. En vooral dat er nog steeds veel voortrekkers van de vereniging kunnen zeggen 'Nooit Thuis'.

De Beverse Klok biedt niet voor het eerst de bevolking een boek aan. Hoe interessant en boeiend om lezen was niet hun 'Beverenaars van de twintigste eeuw', uitgegeven in 2001. En dan 'Buizelendam' uit 2002 waarin alle straten van Beveren een beschrijving kregen over hun ontstaan en betekenis. Maar nu is er 'Nooit Thuis'.

Het voorstellen van 'Nooit Thuis' heeft ook een stap laten zetten naar het verleden want het is een uitgave van De Beverse Klok, de veertiendaagse krant die altijd een knipoog zal blijven geven naar de tijd dat Herman Cools vanuit zijn drukkerij in de Kasteeldreef de 'Wase Klok' uitgaf. Dit weekblad verdween in 1963 en het werd toen opgenomen in 'Het Vrije Waasland' dat toen vanuit Sint-Niklaas de regio veroverde. De titel bestaat nu nog wel maar is dan wel gecatalogeerd bij de ‘reclame bladen’.
Het heimwee naar deze 'Wase Klok' was er in 1995 zowat oorzaak van dat enkele Beverenaars er aan dachten om opnieuw zo’n typisch Bevers gazetje uit te geven. En zo ontstond er inderdaad weer een echte Beverse krant, eerst onder de naam van 'De Nieuwe Beverse Klok' en enkele jaren later werd het 'De Beverse Klok'. Aanvankelijk vroegen sommigen zich wel af hoe lang deze krant zou bestaan want de opdracht was niet eenvoudig. Toch bleek al vlug dat de nieuwe publicatie een vaste plaats veroverde in de regionale pers. Het aantal abonnees neemt nog steeds toe.

Het tofste aan het krantje is dat het zo’n schitterende rubrieken heeft waar ook steeds een vleugje humor is in verwerkt. Een mens uit de 21ste eeuw kan dat best gebruiken. Naar elk nieuw nummer wordt uitgekeken wat aan de beurt komt. En soms zijn die wakkere medewerkers wel eens iets op het spoor waar een inhoud voor is die ze dan kunnen verzamelen en uitdiepen tot er een boek van komt.

Zo kwam er toch ook 'Buizelendam', een schitterend werk dat heel Groot-Beveren treft. Maar nu werd in een bomvolle Verlatzaal  “Nooit Thuis” voorgesteld en schepen van cultuur Heidi Beck kreeg er het eerste exemplaar in bezit. Daarna mochten zo’n 250 voorintekenaars ook 'Nooit Thuis' al meenemen.

Image
Aan een tafel konden de voorintekenaars hun exemplaar in ontvangst nemen bij Jacques Bosman en hoofdredacteur Wilfried Andries.
De gelegenheidstoespraak werd gehouden door ereburgemeester François Smet. Zeer veel jaren werkte hij in en met de verenigingen, in de gemeente, in de Beverse gemeenschap. Een beter iemand die model kan staan voor 'Nooit Thuis' kon niet gevonden worden. Alhoewel hij de titel 'Nooit Thuis' toch lichtelijk als negatief klinkend bekeek. Maar het is ook maar bedoeld als schalkse ironie en met een gepermitteerde overdrijving. "Ik voel me echt een bevoorrechte getuige omdat ik het verenigingsleven in Beveren van beide kanten heb mogen meemaken. Enerzijds actief als voorzitter van KET  en anderzijds ook een periode van toen jaar als schepen van cultuur", aldus François Smet.

Toch is het een bijzonder passende titel als het om verenigingen gaat: activiteiten, vergaderingen, besprekingen, sponsortochten, bijscholingen. Echt 'Nooit Thuis'. We hebben burgemeester Van der Aa het meermaals horen zeggen dat de verenigingen het cement zijn van het gebouw. François Smet haalde die zin ook aan. "En inderdaad, de verenigingen zijn het cement van onze samenleving. Vanuit het lokale beleid kan men enkel aanmoedigen, ondersteunen en enkel bouwstenen leveren. Maar uiteindelijk zijn het  de verenigingen zelf, de mensen die de samenleving kleur geven, die het gebouw moeten oprichten en tegelijkertijd ook moeten onderhouden. In onze moderne samenleving wordt net individu maar al te dikwijls centraal geplaatst en de sociale contacten worden door een de stresserende bestaansvormen naar een minimum herleid." Wijze taal van de ereburgemeester.

Hij keek ook terug naar de fusie der gemeenten in 1977 die voor Beveren wel erg belangrijk was omdat er dan zomaar ineenbs acht gemeente bij elkaar kwamen. Acht verschillende leefgemeenschappen. Maar het gebeurde met veel respect voor de eigenheid van elke dorpsgemeenschap. Voor de vele tientallen verenigingen gaf het heel wat nieuwe en ruimere mogelijkheden. Betere financiële ondersteuning maar ook betere en haalbare infrastructuur. Na de fusie ging het verenigingsleven wel degelijk een andere weg op.

Image
Ereburgemeester François Smet beschreef de waarde van het verenigingsleven.
Het gemeentebestuur kon via de adviesraden steeds een ruime voeling behouden met wat er aan de basis lag. Aan die basis ligt het zich belangloos inzetten voor de vereniging maar tegelijkertijd zich ook ontplooien op cultureel, sportief of sociaal vlak. En dat noemde François Smet één van de mooiste opdrachten binnen de samenleving. Beveren heeft altijd sociaal gedreven inwoners gekend die bezeten waren met het typische Beverse samenhorigheidsgevoel en zelfs een tikkeltje gezond chauvinisme er bij.

Wie leest in 'Nooit Thuis' zal dat zeker ervaren in het relaas van de verenigingen. Beveren heeft niet zozeer oog voor het kwantitatieve maar wel voor het kwalitatieve en dat moet leiden tot een verbetering van de leefkwaliteit van de bevolking. Beveren is daarin  geslaagd dank zij de verenigingen. Om daaraan te denken en om er voorbeelden uit te putten heeft De Beverse Klok nu een echt document uitgegeven en meteen ook een bijzondere bijdrage geleverd tot de geschiedschrijving van de lokale Beverse gemeenschap.

"Men kan de toekomst maar goed voorbereiden door te leren uit het verleden", zei de ereburgemeester Smet, "Maar we moeten ons wel neerleggen bij het gewijzigde tijdsbeeld. In de eerste plaats is er een duidelijke voorkeur, en niet alleen bij de jongeren, voor de sportverenigingen. Het culturele verenigingsleven daarentegen heeft een dringende nood aan jongeren. De oorzaken hiervan liggen wat voor de hand. Het drukkere en meer stresserende leven van jonge gezinnen brengt meer nood aan ontspanning en meer sportieve vrijetijdsbesteding. Ook het feit dat jongeren zich niet meer zo gemakkelijk binden aan één vereniging en liever gaan shoppen zoals ze dat zeggen, telt mee. Dit ervaren we zeer duidelijk in de creatieve, culturele verenigingen."

Hij sprak de hoop uit dat 'Nooit Thuis' ook zou gelezen worden door veel jonge mensen en zo de waarde en het belang van dat verenigingsleven zullen ervaren en er hopelijk ook aan zullen deelnemen.

Image
Het ganse redactieteam in gezelschap van de schepen van cultuur Heidi Beck.

Het boek is te koop in de Standaardboekhandel in de Vrasenestraat en op de Dienst Toerisme op de Grote Markt. Het werd samengesteld door de Redactie van de Beverse Klok, de cartoons zijn van Erik Pijl en Aimé Van Avermaet, de illustraties op het kaft zijn ook van Erik Pijl maar het kaftontwerp is van Filip Dalvinck. Jan Smet werkte mee voor de controle op de spelling en Filip Dalvinck nam ook de Grafische vormgeving en de prepress op zich. Het boek ontstond uit de bundeling van de gelijknamige rubriek die startte in De Beverse Klok in februari 2004. (Rolf Duchamps)