Nieuwe afdeling aan de Notelaar zal 'Sloester' heten

Er waren nog meerdere voorstellen binnen gekomen zoals bijvoorbeeld ook 'De Lommerte' en er werd ook advies gevraagd aan de groendienst en de cultuurdienst maar geen enkel voorstel van die kant voldeed volgens het OCMW. Er werd dan nog eens gezocht in het dialect welke woorden er bestonden rond 'notelaar en even kwamen ook de 'klippel' en 'klippelaar' in beeld, woorden die gezegd worden bij het uit de boom slaan van noten. Maar deze woorden werden wat te agressief gevonden. En zo kwam het OCMW-bestuur bij ‘sloester’ terecht gekomen en werd dan toch de knoop doorgehakt en het werd 'De Sloester', een Bevers-Melseels dialectwoord voor bolster.
"We hadden ook het woord bolster zelf kunnen gebruiken maar we vonden at dit heel zwaar klonk. Sloester is een woord dat voorkomt in het Beverse dialectwoordenboek van Herman Cools. We vonden dat het een mooi symbool was voor de geborgenheid die geboden wordt, met een warme, zachte kern van binnen en het blijft ook in dezelfde betekenissfeer van Notelaar en Notelarenhof", zo rechtvaardigde OCMW-voorzitter Cools de naamkeuze.
In het Beverse dialectwoordenboek staat sloester omschreven als 'bolster, pel van een (okker)noot. ‘Ache die nooten u:t ulder sloesters düt, si doaër krijchde vu:l â:nde va zi.'. Een afleiding is ook 'sloesteren' in de zin van 'noote sloesteren' wat gewoon betekent ze ontdoen van hun bolster. Oudere mensen kennen het woord sloester nog perfect en ze deden het vroeger zelf nog wel: een noot ontsloesteren.(R.D.)